Selecteer een pagina
Google Plus

Wat Google éigenlijk wil bereiken met Google+

26.01.2012 | Marketingfacts

Google+ is heet en daarom vliegen de cijfers je om de oren. Het netwerk groeit als kool en de teller staat inmiddels op 40 miljoen, nee 60, nee wacht, 90 miljoen geregistreerde gebruikers. Indrukwekkend, maar ook een vertekend beeld wanneer je je bedenkt dat een gebruiker van een willekeurige Google dienst met één klik een Google+ account aanmaakt. Bovendien krijgen nieuwe Google gebruikers sindskort automatisch een Google+account wanneer ze zich aanmelden voor een Google dienst. Het aantal geregistreerde gebruikers zal de komende maanden indrukwekkend blijven groeien, dus daar worden we niet meer warm van.

 

Actieve gebruikers, daar wil iedereen nu cijfers over. Google zelf laat daar weinig over los, maar laat wel weten dat 60% van de gebruikers dagelijks gebruik maakt van hun Google+ account en 80% doet dat wekelijks. Klinkt goed, maar wanneer je een zoekopdracht doet via Google terwijl je bent ingelogd op Gmail, dan word je meegeteld. Daar hebben we dus nog niets aan.

Tegenstanders van de Plus grijpen deze vaagheid van Google over gebruikscijfers aan als hét bewijs dat het genadeloos faalt. Voorstanders klampen zich op hun beurt weer vast aan de enorme toename van het aantal gebruikers. Hoewel ik als marketeer natuurlijk geïnteresseerd ben in de potentie van Google+ en welke rol het kan spelen in de totale marketingmix, neemt bij nieuwe Google diensten altijd de innergeek het van mij over. Want uiteindelijk zijn beide cijfers niet interessant, omdat Google het niet gaat om een nieuw social network. Maar als Google geen Facebook-killer wil neerzetten (de gebruikers komen er uiteindelijk wel) en gebruikersactiviteit niet interessant is (hoe definieer je activiteit?), wat is Google+ dan wel en wat wil Google ermee?

 

Google+ líjkt een social network

Het lastige van Google+ zit in presentatie van het concept als hét social network van Google. We kennen social networks niet anders dan Facebook en Hyves, dus zoiets moet het ook gaan worden. De kenmerken van een social network zijn in ieder geval aanwezig: connecties leggen met vrienden, een stream met activiteiten, reageren op elkaars gedeelde content en natuurlijk Google’s versie van de like-button: de +1.

Deze vertrouwdheid levert op dit moment vooral keuzestress op bij gebruikers, want nóg een social network voelt alsof we moeten kiezen. Facebook opheffen? Hyves de rug toekeren? Twitter vaarwel zeggen? Voorlopig lijken de meesten te kiezen voor koppelingen tussen de netwerken of de aandacht verdelen door overal zo nu en dan een update te posten. Niet nodig, want de échte impact van Google+ wordt de komende jaren pas zichtbaar. Dat heeft allemaal niets te maken met Google+ als social network, maar met waar Google goed in is: data van gebruikers verzamelen.

 

Google’s zoektocht naar méér data

Google is en blijft een commercieel, beursgenoteerd bedrijf en heeft ondanks alle mooie idealen één belangrijk doel: winst maken. Dat doen ze door hun technologie te verkopen aan bedrijven, maar vooral door véél advertenties te verkopen. Daarom willen ze weten wat wij doen, wat wij leuk vinden en wat ons bezig houdt.

Hoewel data verzamelen voor velen misschien griezelig klinkt – we zijn erg op onze privacy gesteld – het mes snijdt natuurlijk aan twee kanten. Wij krijgen toegang tot gratis producten en diensten in ruil voor onze data, zodat Google weer geld kan verdienen om de dienst te verbeteren en gratis te houden. Een win-win situatie. Daarmee is privacy trouwens gewoon te koop.

Terug naar Google+. In Google’s zoektocht naar meer data heeft Google met de Plus een sociale laag toegevoegd aan al zijn diensten. Zo komen ze dankzij circles te weten met wie wij bevriend zijn en wat de onderlinge relaties zijn, weten ze dankzij +1 welke websites wij écht interessant vinden en kunnen ze nu met 100% zekerheid de data die ze verzamelen aan ons toekennen dankzij ingevulde Google profielen. Meer én accuratere data betekent meer inkomsten via adverteerders, dus blije aandeelhouders.

 

Alles moet online

Eén van de beperkingen waar Google nu nog mee kampt is dat ze alleen weten wat we online doen. Nu hebben ze inmiddels de sprong naar onze telefoons gemaakt met Android, maar ze willen nóg liever de sprong maken naar onze computers. Daarom is misschien wel de meest opvallende verandering van Google+ het nieuwe menu onder het Google logo:

 

 

Komt het bekend voor? Een vertrouwde Windows-structuur met daarin alle programma’s die je ook op de desktop / laptop gebruikt. Of je nu wilt mailen (Gmail), huishoudboekjes wilt bijhouden in Excel (Docs) of muziek wilt luisteren (Music): Google heeft overal een alternatief voor. Met één belangrijk verschil: het is allemaal cloud based, dus online. En daar houdt Google van.

Ondertussen gaat Google onverminderd door met het verhuizen en integreren van alle diensten naar de Plus (Picnik, online fotobewerking, wordt binnenkort verhuisd) met één belangrijke gemene deler: een Google+ account. Uiteindelijk niets meer dan set inloggegevens om gebruik te maken van al deze diensten. Door het gebruik van duidelijke logo’s, logische namen en vertrouwde menustructuren en interfaces, wil Google de consument laten wennen aan het in de cloud werken.

 

Eindelijk: een eigen besturingssysteem

Daarmee lijkt Google’s lang gekoesterde wens voorzichtig in vervulling te gaan: desktops en laptops draaiend op Chrome OS. Weg met Windows (en OSX) en ouderwets offline werken, maar allemaal over op het (online) besturingssysteem van Google. Altijd werken in de cloud, documenten opslaan op virtuele harde schijven op de servers van Google en software installeren (lees: bookmarks op je Chrome starttab) via de Chrome Web Store. Data galore!

Inmiddels zijn we alweer 2,5 jaar verder sinds de introductie van Chrome OS, maar het grote publiek laat voorlopig de Chromebooks (netbooks draaiend op Chrome) nog links liggen. Dat pikt Google natuurlijk niet, dus daar gaat Google+ de komende jaren verandering in brengen. Om een idee te krijgen: combineer de nieuwe Windows-structuur en interfaces van de Google diensten met de populaire browser Chrome en de daarbij behorende Webstore en een lelijke mockup levert het volgende beeld op:

 

 

Daar kunnen we best aan wennen, toch? Misschien mag er nog gesleuteld worden aan een begrijpelijke naam (een Chrome browser én OS is voor de gemiddelde consument niet met elkaar te rijmen), maar als ik een schot voor de boeg mag doen: waarom geen Android voor PC?

 

// dit artikel verscheen ook op Marketingfacts, dus reageren kan hierrr ➜

Dit artikel verscheen eerder op Marketingfacts.

Nieuwsbrief hebben?

Wil je op de hoogte blijven van nieuw werk, mooie samenwerkingen of ben je gewoon op zoek naar een beetje inspiratie voor je inbox?